Ain't no mountain high enough.
Gisteren las ik in een roman van Karen Kingsbury een zin die mijn hart aanraakte:
“Ik heb begrepen dat de mensen die je komen opzoeken heel aardig zijn, en ze houden van Jezus.” Die mededeling maakte Savannah minder bang voor de ontmoeting.
Savannah is een klein meisje van nauwelijks acht. Ik ben een volwassen vouw van een en vijftig. Dus waarom raakt deze zin mij zo? Omdat er weinig mensen in mijn leven zijn die Jezus écht kennen? Ja, ik praat er wel over. Laat er wat over los, en ja, mensen zeggen dat ze een verandering bij me bemerken, maar écht getuigen… Ik doe dat te weinig. Terwijl mijn favoriete Bijbelgedeelte de woorden zijn die Jezus tot Mozes spreekt, wanneer Hij Mozes duidelijk maakt dat Hij Mozes heeft uitverkoren om het volk uit Egypte weg te leiden. Mozes is helemaal niet zo blij met dat ‘uitverkoren zijn.’ Hij twijfelt aan zijn ‘communicatieve vaardigheden’, zouden wij in onze huidige tijd zeggen. “Heer, ik praat nu eenmaal niet zo makkelijk”, is het antwoord dat Mozes geeft. Daarop zegt Jezus: “Daaróm, ga, en ik Zelf zal je de woorden in de mond leggen.”
En toch… De laatste tijd bemerk ik dat ik misstanden durf te benoemen. Dat ik gezonde grenzen trek. Dat de normen en waarden van Jezus de mijne worden. Daarbij moet ik vaak denken aan Zijn scherpzinnigheid; hoe hij de Farizeeërs toe sprak.
Ook christenen kunnen in situaties verzeild raken die een beroep doen op hun rechtschapenheid, welsprekendheid en hun vermogen tot vertrouwen. Vertrouwen op Hem. Gods antwoord op een zwak geloof is een stevige worsteling, zegt Max Lucado. En ik ben het daarin met hem eens. En Hij doet dat omdat Hij ons wil vormen tot sterke volwassenen met een vast en integer karakter. Spanningen kunnen in een bepaalde situatie zo hoog oplopen dat het soms moeilijk wordt Gods stem boven het tumult in je hoofd nog te horen. Zijn stem is bescheiden en zacht. Zal zich nooit opdringen.
Toen Jezus aan het kruis stierf, zijn al onze zonden (ik noem het zelf vaak liefdeloosheid en kortzichtigheid) aan het kruis gespijkerd. Ook al onze schuld en schaamte. Hij deed dit voor ons. Zijn verrijzenis maakte de weg vrij om vrij en onbevangen tot God de Vader te komen. Soms zijn er ook stemmen die ons graag iets anders doen laten geloven. Wanneer je mentaal en/of fysiek door te lang aanhoudende stress zwak en kwetsbaar bent, dan slaan ze toe.”Je hebt gefaald.” “Het zal nooit wat worden met jou.” De stemmen die het hardst hun best doen om jou, mij, dit te doen laten geloven, zijn de stemmen die allerminst van Jezus houden! Mijn antwoord is dan doorgaans: “ik hoef mij nergens voor te schamen. Jezus houdt van mij. Ik ben Gods kind. In Jezus’ ogen ben ik geen mislukking. Want God maakt geen troep.”
Misschien zal het mij pas in een later stadium duidelijk worden waarom het mij dus vanochtend overkwam dat de bus die mij altijd exact op tijd naar de dienst brengt, vanochtend niet kwam. Ik zou té laat komen. Zoveel was duidelijk. En ondanks mijn hardop uitgesproken verklaring dat ik geen mislukking ben, voelde het knap beroerd om te moeten constateren dat ik naar alle waarschijnlijkheid bij het gebouw zou moeten aan bellen terwijl de dienst al bezig zou zijn. Niets wat ik zo erg vind als ergens te laat te komen. Niets wat ik zo erg vind om ergens te laat naar binnen te stappen en dat alle ogen mijn richting opdraaien. Wat zullen ze wel denken? Maar zoals zo vaak de afgelopen weken, zijn het juist de blokkades, is het juist de tegenslag die mij kracht geeft. Met heel mijn hart kon ik voelen dat ik dicht bij God wilde zijn. Moést zijn. Zeker nu. Nu mijn privéomstandigheden het uiterste vertrouwen in Hem van mij vragen. Liefde geeft je vleugels. Liefde geeft je kracht. En ja, liefde maakt je onverschrokken en geeft moed. Geen moment kwam het in mij op om me maar verslagen om te draaien en naar huis terug te keren. No way! Iets wat ik voor een jaar terug wel zou hebben gedaan. En tot mijn grote blijdschap was de deur nog open toen ik om vijf minuten over half 11 naar binnen stapte. Ja, er kwamen zelfs nog mensen achter mij binnen! Ik heb gerend, Heer, omdat ik zo graag bij U wilde zijn. En zelfs al was de deur dicht geweest, dan weet ik dat ik bij God nooit vergeefs op de deur klop. Hij zal opendoen.
Gisteren las ik in een roman van Karen Kingsbury een zin die mijn hart aanraakte:
“Ik heb begrepen dat de mensen die je komen opzoeken heel aardig zijn, en ze houden van Jezus.” Die mededeling maakte Savannah minder bang voor de ontmoeting.
Savannah is een klein meisje van nauwelijks acht. Ik ben een volwassen vouw van een en vijftig. Dus waarom raakt deze zin mij zo? Omdat er weinig mensen in mijn leven zijn die Jezus écht kennen? Ja, ik praat er wel over. Laat er wat over los, en ja, mensen zeggen dat ze een verandering bij me bemerken, maar écht getuigen… Ik doe dat te weinig. Terwijl mijn favoriete Bijbelgedeelte de woorden zijn die Jezus tot Mozes spreekt, wanneer Hij Mozes duidelijk maakt dat Hij Mozes heeft uitverkoren om het volk uit Egypte weg te leiden. Mozes is helemaal niet zo blij met dat ‘uitverkoren zijn.’ Hij twijfelt aan zijn ‘communicatieve vaardigheden’, zouden wij in onze huidige tijd zeggen. “Heer, ik praat nu eenmaal niet zo makkelijk”, is het antwoord dat Mozes geeft. Daarop zegt Jezus: “Daaróm, ga, en ik Zelf zal je de woorden in de mond leggen.”
En toch… De laatste tijd bemerk ik dat ik misstanden durf te benoemen. Dat ik gezonde grenzen trek. Dat de normen en waarden van Jezus de mijne worden. Daarbij moet ik vaak denken aan Zijn scherpzinnigheid; hoe hij de Farizeeërs toe sprak.
Ook christenen kunnen in situaties verzeild raken die een beroep doen op hun rechtschapenheid, welsprekendheid en hun vermogen tot vertrouwen. Vertrouwen op Hem. Gods antwoord op een zwak geloof is een stevige worsteling, zegt Max Lucado. En ik ben het daarin met hem eens. En Hij doet dat omdat Hij ons wil vormen tot sterke volwassenen met een vast en integer karakter. Spanningen kunnen in een bepaalde situatie zo hoog oplopen dat het soms moeilijk wordt Gods stem boven het tumult in je hoofd nog te horen. Zijn stem is bescheiden en zacht. Zal zich nooit opdringen.
Toen Jezus aan het kruis stierf, zijn al onze zonden (ik noem het zelf vaak liefdeloosheid en kortzichtigheid) aan het kruis gespijkerd. Ook al onze schuld en schaamte. Hij deed dit voor ons. Zijn verrijzenis maakte de weg vrij om vrij en onbevangen tot God de Vader te komen. Soms zijn er ook stemmen die ons graag iets anders doen laten geloven. Wanneer je mentaal en/of fysiek door te lang aanhoudende stress zwak en kwetsbaar bent, dan slaan ze toe.”Je hebt gefaald.” “Het zal nooit wat worden met jou.” De stemmen die het hardst hun best doen om jou, mij, dit te doen laten geloven, zijn de stemmen die allerminst van Jezus houden! Mijn antwoord is dan doorgaans: “ik hoef mij nergens voor te schamen. Jezus houdt van mij. Ik ben Gods kind. In Jezus’ ogen ben ik geen mislukking. Want God maakt geen troep.”
Misschien zal het mij pas in een later stadium duidelijk worden waarom het mij dus vanochtend overkwam dat de bus die mij altijd exact op tijd naar de dienst brengt, vanochtend niet kwam. Ik zou té laat komen. Zoveel was duidelijk. En ondanks mijn hardop uitgesproken verklaring dat ik geen mislukking ben, voelde het knap beroerd om te moeten constateren dat ik naar alle waarschijnlijkheid bij het gebouw zou moeten aan bellen terwijl de dienst al bezig zou zijn. Niets wat ik zo erg vind als ergens te laat te komen. Niets wat ik zo erg vind om ergens te laat naar binnen te stappen en dat alle ogen mijn richting opdraaien. Wat zullen ze wel denken? Maar zoals zo vaak de afgelopen weken, zijn het juist de blokkades, is het juist de tegenslag die mij kracht geeft. Met heel mijn hart kon ik voelen dat ik dicht bij God wilde zijn. Moést zijn. Zeker nu. Nu mijn privéomstandigheden het uiterste vertrouwen in Hem van mij vragen. Liefde geeft je vleugels. Liefde geeft je kracht. En ja, liefde maakt je onverschrokken en geeft moed. Geen moment kwam het in mij op om me maar verslagen om te draaien en naar huis terug te keren. No way! Iets wat ik voor een jaar terug wel zou hebben gedaan. En tot mijn grote blijdschap was de deur nog open toen ik om vijf minuten over half 11 naar binnen stapte. Ja, er kwamen zelfs nog mensen achter mij binnen! Ik heb gerend, Heer, omdat ik zo graag bij U wilde zijn. En zelfs al was de deur dicht geweest, dan weet ik dat ik bij God nooit vergeefs op de deur klop. Hij zal opendoen.